Saturday, March 13, 2010

Waarom leiden alle ideologische beleidsvisies tot bomenkap?

Natuurbeleid wordt gemaakt door een samenwerking van biologen en managers. We zagen al eerder dat er allerlei financiële motieven een verhulde rol spelen.

Hoe dit spel precies gespeeld wordt is mij en iedereen onduidelijk; wel is mij duidelijk dat altijd de bestaande bomen niet deugen en weg moeten.
Drie voorbeelden:

Alle uitheemse bomen moeten worden gekapt

In de bossen die ik goed ken rond Berg en Dal en Groesbeek wordt dit argument al een tiental jaren gebruikt. Vooral prachtige monumentale beuken waren de klos, soms hun bast rond ingekerfd, zodat de levenssappen niet meer kunnen stromen. Ik kan erg genieten van een mooie oude beuk en de combinatie van heuvelland en zo'n prachtige rijzige boom is vaak geweldig. Nou zie je ze langzaam afsterven. "Er leeft toch helemaal niets onder die bomen." Nou, en?
En hoe zo "uitheems"? Hebben bomen soms een soort inburgering moeten ondergaan? Tasten ze een bestaande oertoestand, een oerbos aan? En hoelang moet een soort ergens groeien voordat ie inheems mag heten? Moet de klimaatverandering maar verboden worden, omdat de plataan weliswaar e r g mooi is, maar een uitheemse boom is? Nederland is wat natuur betreft een totaal kunstmatig park. Laten we blij zijn met het mooie dat er nog is en dat zorgvuldig verrijken. Ik vind een eikenbos niet bijzonder en bovendien hebben we het eikenprocessierups probleem. Ik geloof dus echt dat dit uit/inheemse argument puur een mooie smoes is om mooi groot en hoog hout te kunnen oogsten.

In de Ooy moet de open zichtlijnen terug, een open polder

Ook in de Ooy is de laatste jaren veel bos gekapt met name in de vorm van bomenrijen om plassen en langs wegen.
Zo was er een prachtige omzoming van hoge populieren rond de Bisonbaai die tot schrik van omwonenden en vele Nijmeegse liefhebbers ineens gekapt bleek te zijn.
Uit een protestbrief uit 2006 *die in zijn geheel het lezen waard is:
" U bent een dezer dagen begonnen met de kap van Canadese populieren in de Ooijpolder, in het gebied tussen Nijmegen en Ooij; het betreft de Canadese populieren in de Stadswaard (hoek Vlietberg), de Oude Waal (tegenover de Tien Geboden (waar u intussen al begonnen bent), 2 percelen ten westen van het dorp Ooij (tussen de Spruitenkamp en het dorp) en als laatste de prachtige populierenrij aan de zuidzijde van de Bisonbaai. U kondigt dit aan in uw schrijven van augustus 2006 waarin u de betrokken aanwonenden van uw werkzaamheden op de hoogte stelt.

Alvorens in te gaan op uw argumenten wil ik u er eerst op wijzen dat ik als bewoner van de Langstraat niet door u geïnformeerd ben terwijl ik vanuit mijn huis aan de Langstraat direct uitkijk op de populieren aan de zuidzijde van de Bisonbaai.

U heeft het ook over een veranderende kijk op de landschappelijke inpassing. Omdat u die uitspraak niet verder toelicht vraag ik mij af wat u daarmee bedoelt? Houden de bomen meer water vast misschien, terwijl het water juist moet kunnen stromen? Lijkt me sterk, omdat de bomen die u wilt kappen niet echt aan de rivier staan. Of bedoelt u dat het uitheemse soorten zijn die hier niet van nature voorkomen? Als het om dit laatste gaat vraag ik mij af wat de Gallowayrunderen en Konikspaarden in hetzelfde gebied doen - zeker geen inheemse soorten - hoe consistent bent u in het hanteren van argumenten of zet u argumenten in wanneer ze u van pas komen?

In uw brief spreekt u verder van "populierenbosjes" die in het verleden zijn aangeplant voor de houtwinning. Welnu, wat voor u een bosje is, zijn voor mij prachtige, gezichtsbepalende bomengroepen die de Ooijpolder met hun statigheid nu juist een grotere mate van gevarieerdheid geven, die door hun verticaliteit een wonderschone tegenhanger vormen voor het saaie, vlakke, horizontale Hollandse landschap. Als het gaat om het gevoel voor landschaps-esthetiek heeft u mijn vertrouwen absoluut niet omdat u de afgelopen jaren al op meerdere plaatsen aangetoond heeft rücksichtloos te kappen - ik denk even aan de Koude Dijk; alle bomen zijn verwijderd waardoor een sfeerloze, saaie, lege weg is ontstaan, die geen enkele intimiteit meer heeft. Ik denk ook aan het doorzicht naar de Bisonbaai vanaf de Ooijsebandijk; u heeft daar een `fantastisch` bruggetje aangelegd (wie vroeg er om?) en daarvoor een stuk of 8 populieren omgezaagd. Het prachtige, poetische doorzicht dat er was heeft u echt definitief om zeep geholpen, en het bruggetje wordt door vrijwel niemand gebruikt. Naar mijn gevoel voorbeelden die aantonen dat u een fijngevoelige, liefdevolle omgang met het landschap ontbeert, en eerder duiden op kleinburgerlijke, rigide doordrammerigheid.

U geeft aan dat in de uiterwaarden "procesnatuur" sturend is. U streeft naar natuur die zich meer en meer spontaan ontwikkelt, en daarin past de Canadese populier niet. Ik kan het niet meer met u oneens zijn! Ik stoor me aan uw jargon, aan die eeuwige bemoeizucht die spreekt uit uw schrijven. Om iets zich spontaan te laten ontwikkelen grijp u in en offert u ander, gezond en prachtig natuurgoed. Daar zit een grote tegenstrijdigheid in en er spreekt de vervelende overtuiging uit dat alles maakbaar is in de natuur; dat u constant mòet sturen; dat als iets ergens niet groeit we het er gewoon even neerzetten, en als iets er wel groeit en niet langer van pas komt, we het gewoon vernietigen. Ik vind dat getuigen van arrogantie ten opzichte van de natuur - u moet leren iets te ,laten'.

Als klap op de vuurpijl geeft u aan het einde van uw informatiebrief aan dat het gekapte hout wordt verwerkt tot energiehout voor de energiecentrale in Cuijk. Alleen het woord al: ,energiehout' - wat is dat in godsnaam? Ik begrijp het zo: u vindt dat u hier gewoon prachtige, gezonde gezichtbepalende bomengroepen mag rooien om ze vervolgens op te stoken? En ik, als bewoner en liefhebber van deze polder, moet dat een fantastisch idee vinden? Als ik de term ,energiehout' al wil begrijpen, dan toch in de zin dat ik energie put uit de schoonheid die die bomen vertegenwoordigen. "
Duidelijk is dat willekeurige argumenten gebruikt worden in een ondoorzichtig jargon, al is hier wel enige openheid over de financiële bijbedoelingen. Dat ontbreekt in het derde voorbeeld.

Heiderijk, van bos naar hei
Hier zien we een zeer gehaaid ideologisch rookgordijn met opnieuw als doel zeer massale houtkap en bosvernietiging. In een interview in de Gelderlander van 10 maart 2010 beroept projectleider Luesen zich op Europese wetgeving. "Dierenpopulaties die te klein zijn om te overleven moeten via verbindingsszones weer met elkaar in verbinding worden gebracht."

Sinds wanneer kunnen dieren zich niet door een bos verplaatsen? Altijd gedacht dat dieren zich juist door de dekking van het bos veiliger door het landschap konden bewegen. Staan de ecoducts over de wegen ook niet vol met berkjes? En als er al paden gemaakt moeten worden kunnen die toch smal zijn en rechtvaardigen ze nooit perceelsgewijze sloop zoals in het Heiderijk project plaatsvindt!! Kortom opnieuw een doorzichtige argumentatie met duidelijke oogmerken.

Als toegift beelden van de sloop door SBB van de prachtige omzoming van het Sovon gebouw in Beek tot ontzetting van de medewerkers daar. Het patroon is dacht ik intussen wel duidelijk.
Het wordt tijd de verontwaardiging te bundelen.


No comments:

Post a Comment